dinsdag 30 oktober 2012

"De toestand in de wereld"
door W.J. van der Dussen

Jan van der Dussen op vrijdag 26 oktober 2012 met een korte causerie over de toestand in de wereld (Foto: Fred Frumau)
Toen Misja Steinen, centrummanager Heerlen zich onverwacht afmeldde, nam Jan van der Dussen plaats achter het spreekgestoelte om commentaar te leveren op "De toestand in de wereld". Deze titel, door secretaris Johan Hoekstra opgetekend, bracht mij terug naar de plechtstatige stem en geoliede zinnen van mr. G.B.J Hiltermann (klik) die jaren geleden elke zondagmiddag om 13:00 uur uit de Avro-radio klonk. Jan van der Dussen behandelde het thema “Nationalisme, naties en staten”. De definitie van een staat is een geografische gebied waar de overheid het geweldsmonopolie heeft. De definitie van een natie is moeilijk te geven. Het zou kunnen zijn een verbeelde gemeenschap inzake de cultuur, de taal, religie en de verbondenheid. "Brussel" wenst Europa als 1 natiestaat. Dit is een ideaalbeeld. De werkelijkheid is anders; gezien de tegenstellingen in België, Spanje met Catalonië, in Engeland met Schotland. De conclusie is dat een natiestaat niet werkt. Kleine minderheden zijn wel vóór Europa omdat ze dan binnen Europa als klein land een grotere invloed hebben dan nu binnen hun eigen land. Dit is paradoxaal. Zwitserland is de grote uitzondering: niet afhankelijk van taalgroepen. Mondiaal is de grote uitzondering: India. Een land twee maal zo groot als Europa met 1,3 miljard inwoners. 28 afzonderlijke staten vormen 1 natie, met verschillende taal en schrift. Ook Indonesië is een uitzondering. De natiestaat functioneert daar dus wel! Bizar is dat wij de situatie daar als kolonisten hebben gecreëerd, terwijl zij nu wellicht hét voorbeeld voor de toekomst van Europa zijn. Het kan verkeren… (verslag met dank aan Johan Hoekstra).
Albert Einstein: "Nationalism is an infantile disease. It is the measles of mankind"

zaterdag 27 oktober 2012

Woensdag 31 oktober en vrijdag 2 november geen bijeenkomst

Na gedane attendance is het goed rusten (ontleend aan: tecgratis.com)
Op de 5e woensdag en de 1e en 5e vrijdag van de maand zijn er geen bijeenkomsten. Het zijn welverdiende rustmomenten na onze Rotaryinspanningen. Elke 1e en 3e woensdag en elke 2e en 4e vrijdag van de maand komen we even overeind.

vrijdag 26 oktober 2012

Sociale media (6):
nooit te oud voor een Aai-pet


Vorig jaar kreeg ik niet genoeg van het YouTube-filmpje van Meneer Strubbe, toen 86 jaar oud en stokdoof. Zijn oude MS-Dos bakbeest uit 1996 heeft meneer Strubbe naar de zolder verhuisd. Hij bestuurt de wereld met een Aai-pet. Hij zegt: "Alles wat ik tegenwoordig in de krant lees, tik ik in op dit handige ding en hoppakee, het wordt opgejoekeld. Een kind kan de was doen." Een YouTube legende. Nooit te oud om te leren.

woensdag 24 oktober 2012


Vrijdag 26 oktober 2012:
Misja Steinen
(
gaat niet door)


Helaas moet Misja Steinen door omstandigheden verstek laten gaan. De volgende aankondiging van woensdag 24 oktober vervalt:
Vrijdag 26 oktober komt
Misja Steinen langs, sinds 1 september 2011 
centrummanager (klik) van Heerlen. Hij zat op het Gymnasium aan het Bernardinuscollege en studeerde bedrijfseconomie in Maastricht. Zijn profiel staat op Linkedin (klik). In 2002 opende hij de vestiging van Media Markt in het Corio en was daar tot 2004 directeur. Centrummanager is hij in deeltijd. Voor het andere deel is hij directeur van Blue Dog BV (klik). Volgens zijn website schijnt hij van blauwe honden te houden... 

Houdt Misja Steinen van blauwe honden? Een blauwe hond figureert in een oud verhaal van Jan Wolkers uit 1964 met jeugdobsessies en beklemmende details. Die blauwe hond was een zwerfhond die van de kou een blauwe tong had, maar een echte blauwe hond is een Chow Chow want die heeft altijd een blauwe tong.

dinsdag 23 oktober 2012


Ethische dilemma’s: milieu, smeergeld, voorkennis en Kinnegings oplossing

Dries Ausems en Joost Smeets brengen voordat het interview over ethische dilemma’s plaatsvindt hun traditionele toast uit op hun grote voorbeeld Joseph Kirchhoffs, een bendeleider van de Bokkenrijders die in de 18e eeuw is opgehangen en diep verankerd is in het cultureel erfgoed van Limburg (Foto: J. von Grumbkow). Klik om te vergroten.
Dries Ausems en Joost Smeets waren lid van het Utrechtsch Studentencorps dat volgens mij de enige studentenvereniging in Nederland is met alleen "heeren" als lid. Binnen dit corps zaten zij in het Limburgs gezelschap de Bokkenrijders. Drinken beiden een biertje, dan brengen zij, nauwelijks opgemerkt door anderen, een toost uit op Joseph Kirchhoffs, bendeleider van de Bokkenrijders die ooit is opgehangen. In Wikipedia (klik) staat dat hun voorbeeld Joseph Kirchhoffs toentertijd geïnterviewd is door schout en schepenen. Om de voortgang van het interview te bevorderen gebruikten schout en schepenen enkele duimschroeven, een Spaanse laars, een wipgalg en een Judaswieg, terwijl de Jezuïet van dienst, als biechtvader, voor de benodigde diepgang in het interview zorgde. Dries Ausems schijnt dagelijks langs de plek te rijden waar een aantal bokkenrijders is opgehangen. Waarschijnlijk ook vandaag (23 oktober 2012) wanneer bij een andere beroemde Limburger Jos van Rey de strop nauwer wordt aangetrokken. Of er een geheim genootschap van bokkenrijders in Limburg bestaat, daarover doen beiden geen uitlatingen. Er is dus met meer dan gewone belangstelling uitgezien naar het moment dat het ene lid van het Utrechtse bokkenrijdersgenootschap het andere aan een scherp interview onderwerpt. 


Bokkenrijders
Dries Ausems is trots geoloog te zijn. Tijdens zijn studie besefte hij dat een carrièrepad als paleontoloog zou eindigen in de wetenschap of ergens tussen fossielen en stenen in een museum. Als werkstudent op de griffie van een kantongerecht maakte hij zich juridische begrippen en later economische begrippen eigen, maar bleef als vakman geoloog. Door een brede belangstelling raakte hij thuis in de wereld van beleid waar economische, juridische en mijnbouwpolitieke kwesties spelen. Zijn eerste baan was bij het Ministerie van Economische Zaken (Mijnwezen). Als jong ambtenaar bij Economische Zaken zag hij dat er “walgelijk veel geld in de oliesector omgaat”. Tot verrassing zag hij dat wat hij deed in de Staatscourant terugkwam. Het interview van Joost Smeets met Dries Ausems komt uit op een aantal ethische kwesties:

Milieu. Dries Ausems werd ambtelijk lid van de Commissie Dora die in het begin van de jaren tachtig werd ingesteld om het radioactief afval in de zee te dumpen. Dora staat voor Diepzee Opberging van Radioactief Afval. Dat maakte het toen onmogelijk voor Hansje Ausems-Habes om nog over radioactief afval te schrijven en informanten op de mediapijnbank te leggen. Zij is toen uit het Utrechts Universiteitsblad gestapt. Hansje, nu zo veel jaar later, riep afgelopen woensdag (17 oktober 2012) Dries Ausems toe: “Je moest het niet wagen die rotzooi in de zee te plempen.”


Hansje Ausems-Habes heeft als journalist en publicist gewerkt. Zij schreef boeken en artikelen over gezondheid en over patiëntenvoorlichting. Zij volgt met meer dan professionele belangstelling het gesprek van beide heren in de Heerlense herenclub. Hansje Ausems-Habes werkte vroeger voor het Utrechts Universiteitsblad en schreef wel eens verhalen waarin geologische kwesties voorkwamen. Als Dries Ausems een goed werkstuk schreef en zij een doorwrocht verhaal, kwam de vraag “Wie maakte wat?” Dries met zijn hand op zijn hart: “ We deden dat nooit samen.” (Foto: J. von Grumbkow). Klik om te vergroten.
Smeergeld. In de gesprekken met vertegenwoordigers van oliemaatschappijen kwam het voor dat Dries Ausems alleen tegenover een delegatie zat. Hij heeft wel eens een keer meegemaakt dat er terloops gezinspeeld werd naar de mogelijkheid van een donatie (smeergeld). Dan was zijn standaardreactie: “Wij zijn niet zo’n soort land dat dat doet”. Of dat er kaartjes voor wedstrijden in het buitenland met hotelverblijf werden aangeboden, maar zijn directeur zei altijd dat ze daar geen tijd voor hebben.

Voorkennis. In 1990 ging Dries Ausems naar DSM en werd later directeur Investor Relations. Er wordt van je verwacht dat je een gunstig maar waarheidsgetrouw beeld geeft. Dries Ausems schreef aan alles mee: jaarverslag, persberichten. In zijn DSM periode mocht hij weliswaar DSM-aandelen kopen en verkopen, maar deed dat niet. Hij kon er alleen maar mee verliezen. Ofwel hij zou (ver)kopen op het verkeerde moment en verloor geld. Ofwel hij verdiende geld en zou het verwijt krijgen: jij hebt voorkennis. Pas na zijn IR-periode heeft Dries Ausems zijn eerste DSM-stukken gekocht. Voor bepaalde groepen DSM-ers geldt een gesloten en een open periode, waarin zij in DSM-stukken mogen handelen. Open periodes zijn bijvoorbeeld de weken na de publicatie van de kwartaalberichten. Er is dan geen sprake meer van voorwetenschap, want de kennis is gedeeld. De gesloten periode is de periode waarin koersgevoelige informatie beschikbaar kan komen, zoals bijvoorbeeld gedurende het opstellen van jaarcijfers. Dries Ausems heeft, in die open periodes, wel zijn opties uitgeoefend, hetgeen ook een vorm van handelen is. Hij zegt: “Opties kan je natuurlijk weigeren, maar dat is net zoiets als het weigeren van een salarisverhoging.”

Goede relaties onderhouden met analisten: “De vraag is steeds welk stuk van mijn kennis is openbaar en welk stuk niet. Analisten willen graag meer weten. Ze willen iets nieuws weten. Dat is een continu gevecht. Men probeerde mij wat te ontfutselen, maar je wilt ook goede relaties met hen houden. Als een dag na een gesprek informatie naar buiten komt die je niet hebt verstrekt, kunnen sommige analisten verontwaardigd reageren. In de gesloten periode voor het kwartaalbericht is er daarom geen roadshow en geen bellen”. Dries Ausems benadrukt dat DSM voor stakeholders value (personeel, omgeving, bonden, samenleving, klanten) werkt en niet uitsluitend voor shareholders value. De shareholders zijn een van de stakeholders. 

Na de Rotarybijeenkomst van 17 oktober 2012 gaf Dries Ausems mij nog een interessante toelichting. Dries Ausems: "De beurs schrijft voor dat alle koersgevoelige informatie die naar buiten komt in een persbericht wordt gezet, dat moet verschijnen in de uren dat de Beurs gesloten is. Met name na de overname van Roche Vitamins was er sprake van een fors aantal reorganisaties, met fors banenverlies, bij verschillende sites in Schotland, Zwitserland, Duitsland, de USA. Omdat dit koersgevoelige acties betrof, moest dit in een persbericht worden aangekondigd. Maar we vonden niet dat de betrokken werknemers dit via de media moesten horen. Daarvoor werden op iedere site bijeenkomsten met het personeel belegd waar de site-manager het nieuws zou brengen. Ik heb toen bij de beurs bedongen dat wij onze persberichten pas zouden publiceren op het moment dat zo’n lokale sessie begonnen was. Ook al was dat tijdens de handelsuren; de commissaris moest dan de handel maar tijdelijk stilleggen, als hij dat nodig vond. Zo konden we de belangen van het personeel en van de beleggers beide netjes respecteren."

Kennelijk blijft het laveren tussen de wereld van de beleggers en analisten en DSM die stakeholders value voorop probeert te stellen. Bij zijn afscheid kreeg Dries Ausems  van de directeur een rugbyshirt met op de rug DSM’IR. Die memoreerde hem ongeveer als volgt: er werken 23.000 man bij DSM. Er loopt er eentje tussen die niet naar mij maar naar de analisten luistert. Volgens Dries Ausems is er zo veel informatie dat een gids nodig blijft. Je moet nooit liegen, maar indien je geen informatie mag verstrekken dan moet je meedelen dat informatie classified is. Dries Ausems citeert: "You can fool all the people some of the time, and some of the people all the time, but you cannot fool all the people all the time." 


Milieukwesties, smeergeld, voorkennis roepen morele verontwaardiging op. Een dag na het interview van Joost Smeets met Dries Ausems was ik beoordelaar van de eindfase van onderzoek naar zinloos geweld. De morele verontwaardiging is sterker als men zichzelf met de benadeelde partij kan identificeren. De identificatie van vrouwen en ouderen met benadeelden is groter dan die van mannen of jongeren. Door het denken over en bediscussiëren van dilemma’s kan men meer oog krijgen voor de verschillende aspecten van keuzen. Daarom vond ik het, achteraf, zo interessant dat Joost Smeets het interview afsloot met een verwijzing naar een interview met de filosoof en kampioen-gewichtheffer Andreas Kinneging tijdens de Accountantsdag-2012 die de vloer aanveegt met dilemma’s (klik hier). Andreas Kinneging werd ooit gerutgerd door PowNed-verslaggever Rutger Castricum, die Kinneging betitelde als wurgprofessor.

Wat we nodig hebben: gezond verstand, rechtschapenheid, zelfdiscipline en wijsheid (Ontleend aan httpariefhidayat90.wordpress.comcategorytulisan-tulisan)
Joost Smeets citeert Kinneging die meent dat het een misverstand is dat ethiek gaat over dilemma’s van duidelijke gevallen, zoals “er drijven 20 mensen in zee, maar er kunnen maar 10 in een bootje, wat doet u?”. Ga niet naar cursussen met dilemma’s, roept Kinneging op. Werk aan Bildung en maak je het werk van de grote filosofen eigen. De klassieke deugden moeten een 2e natuur worden. Volgens Kinneging gaat het om gezond verstand, moed, rechtschapenheid, zelfdiscipline en wijsheid. Dat zijn dingen die je volgens Kinneging kunt aanleren. Hoe dat precies gaat, staat niet in het interview. Het is lastig om dat op de manier te doen hoe Joseph Kirchhoffs door schout en schepenen hun waarheid is bijgebracht. Ik denk dat het ook niet goed lukt met een jezuïtische biechtvader. Ik ken het werk van Kinneging niet, maar zijn advies op de Accountsdag lijkt uit te lopen op een maakbare samenleving, waarin onder de knoet van de filosofen ons wijsheid, rechtschapenheid en gezond verstand worden bijgebracht. 


Acht jaar is Dries Ausems directeur Investor Relaties geweest. Zijn werk draaide om het omgaan met beleggers en analisten. In 2007 ging zijn oog opspelen en enkele jaren later is hij vervroegd gepensioneerd. Daarna heeft hij energie gestoken in het opbouwen van het Exodushuis (klik). Vervolgens werd hij “Homo Ludens en concurrent van de tuinman”, tot hij het afgelopen jaar opnieuw, maar gedurende beperkte tijd, werkzaamheden voor het Exodushuis ging doen (interim-management). (Foto: J. von Grumbkow). 

maandag 22 oktober 2012

Districtswerkdag in Best

Martin Fickers (Foto: J. von Grumbkow)

Een week geleden zat Martin Fickers bij de Distictswerkdag in Best waarvoor altijd nieuwe leden worden gestrikt. In het verre verleden ben ik een keer gegaan, maar je wordt zo overspoeld met informatie waar je verder niets meer mee doet, dat ik het verder voor gezien hield. Wie nog een dagje overheeft, kan de grote reeks presentaties hier downloaden. Het is bekend dat het reüniegehalte en het ons-kent-ons gehalte onder de 170 aanwezige leden groot is. Dat zag Martin Fickers ook wel, maar het is hem goed meegevallen. Hij is naar het waterproject en naar Job Rotary (succesrate 50%) gegaan en raakte geïmponeerd door de hoeveelheid activiteiten die sommige Rotarians aan de dag leggen. Hij zegt: "Je moet haast Vut-er zijn om dit te kunnen."  

zondag 21 oktober 2012


De Rotarian opbergen in de cloud?

Hoe gaat het met de kranten? Lees er alles over op internet! (ontleend aan httpwww.panoramaflatonline.nlactuele-kartoen.html)
Gisteren 20 oktober 2012 viel de voorlaatste Intermediair in mijn bus. Jammer maar helaas. Het blad heeft 47 jaar bestaan. Intermediair plaatste in de topjaren 60 procent van alle personeelsadvertenties voor de hoger opgeleiden. Het blad werd opgericht in 1967 door de risee van het kruideniersgeslacht De Gruyter met een startkapitaal van 40 duizend gulden (Lo de Gruyter, 1929). Tien jaar later streek hij 10 miljoen gulden op bij de verkoop aan VNU. Hij heeft daar nog spijt van, want de winstmachine werd groter en braakte krankzinnige bedragen uit. In dat voorlaatste nummer telde ik nog een schamele 10 personeelsadvertenties. De teruggang is compleet. Het blad bleef goed, maar werd dunner en dunner.
Omslag van het voorlaatste nummer van Intermediair
In de beginjaren schreven wetenschappers erin. Meer dan dertig jaar geleden schreef ik in Intermediair een artikel over de psychologie van de aanbod-economie. Het was de tijd van Reaganomics, het economische aanbodbeleid van Ronald Reagan. In Groot-Brittannië heette het Thatcherisme. Daarover zat je met de redacteuren rond de tafel. Mijn artikel kwam later terecht in een boek onder redactie van een toentertijd illuster maar nu vergeten drietal: Marjanne Sint die later voorzitter werd van de PvdA en na een fietsvakantie in Italië moest opstappen. Nu is zij lid van de Raad van Commissarissen van De Nederlandse Bank. Michal Korzec zat erbij. Hij is nu (of was?) hoogleraar van de Universiteit van Warschau. In de jaren zeventig een van de initiatiefnemers van Dolle Mina, columnist van de Volkskrant, Elsevier en Playboy. Hij maakte nog eens met Theo van Gogh een film over Jerzy Urban. De derde was Flip Vuijsje, een op gympen rondrennende sociologische hoofdredacteur van Intermediair van circa 30 jaar. Voorbij, voorbij, o, en voorgoed voorbij.
Na die tijd vervingen wetenschapsjournalisten de wetenschappers. Er kwam een betaalde redactie. Er kwamen snelle, korte artikelen. Maar het bleef leuk. Waar ging Intermediair die laatste jaren over?
-Over de onstuitbare drang van velen om beroemd te worden, ook als ze niets kunnen.
-Mijn collega stinkt, hoe breng ik dat ter sprake?
-Tien gouden tips om op te vallen.
-Bordeelbezoek met een klant.
-Collega’s met kinderen, wie haat ze niet?
-Praten over boeken die je niet hebt gelezen.
-Afkicken op niveau.
Wie een andere baan zoekt, kijkt op internet. Met online-advertenties kan je als adverteerder snel nagaan hoeveel en welke mensen je bereikt. Je kan specifieke doelgroepen benaderen en met de doelgroep communiceren. Intermediair gaat online door, zonder redactie maar met freelancers. 
Tien van de 47 leden van de Rotaryclub Heerlen namen het papieren ledenboek dat 700 pagina's dik is. Zo’n tien jaar geleden nam iedereen dat boek. Wie had een jaar of tien geleden kunnen denken dat de clubverslagen van Rotaryclub Heerlen alleen nog per internet gaan? Toen ik indertijd secretaris was, kreeg iedereen een papieren verslag. Van iemand die er niet was, pende ik de naam op het verslag en gaf het volgende keer. Ik herinner me discussies over de vraag of het verslag wel per email zou kunnen: er zou veel verloren gaan… 
Wat met het blad De Rotarian, dat glossy blad waar volgens mij niks in staat? Het blad heeft weinig advertenties, veel gratis stukjes, en saai saai saai. Mag dat blad ook de cloud in? Het zou kostenbesparend zijn. Een stukje bos blijft overeind. Het dwingt een online-redactie tot snelle korte berichten. Dat beetje info dat in de Rotarian staat kan je gemakkelijk digitaal verspreiden, want zo aardig als Intermediair was zal het nooit worden.
Ontleend aan het voorlaatste nummer van Intermediair (de vraag naar de begrafenis van De Rotarian is toegevoegd aan de cartoon van Bas van der Schot)

zaterdag 20 oktober 2012

Museum aan het Vrijthof (2):
29 oktober 2012

Museum a/h Vrijthof: klein museum met bijzondere architectuur (Foto: J. von Grumbkow). Klik om te vergroten.
De Rotaryclub Heerlen bezoekt samen met Rotaryclub Land van Rode op 29 oktober 2012 het Museum a/h Vrijthof. Ga naar het eerdere bericht (klik). Als je een ruimte binnenkomt, dan zijn de sensoren zo ingesteld dat je een verhaal uit het Maastrichtse verleden hoort. De "audiodouches" concentreren het geluid vrij specifiek zodat andere bezoekers er weinig last van hebben (wel een beetje). Het gebouw reageert op de aanwezigheid van de bezoeker: verlichting gaat aan en uit, stemmen spreken en projecties verschijnen. De bezoeker krijgt een RFID-chip (Radio Frequency Identification) om de nek. Door deze chip weet Big Brother waar de bezoeker is. In alle ruimten zijn daarvoor wifi-punten ingesteld die verlichting, beeld en geluid activeren. Dat is de toekomst thuis: domotica.
Projectie in een ruimte die start als de bezoeker met de RFID-chip om de nek de ruimte binnenstapt. Je hoort een gesprek dat gevoerd wordt in een deftige Maastrichtse eetkamer. In de tweede van links herkende ik Miranda van Kralingen, maar die leeft toch nog? (Foto: J. von Grumbkow). Klik om te vergroten.
In een gereconstrueerde eetkamer volgde ik een passage uit een dagboek van een meisje dat in Maastricht bij een rijk gezin was ondergebracht. Tweede van links op de foto van dit gezin ontdekte ik tot mijn schrik Miranda van Kralingen (klik) die ook al bij het Orlando rondliep. Beeldhouwer Appie Drielsma (Maastricht, 1937) houdt in het Museum een expositie. Hij schijnt af en toe binnen te lopen om met een stofdoek zijn werk af te stoffen. Drielsma maakte veel Nationale Monumenten (Concentratiekamp Mauthausen, Nationale Herdenkingsmonument in Gulpen, Haags oorlogsmonument 1940-1945). Ook veel penningen: op een kleine oppervlak een groot verhaal vertellen. Hij was als Joods jongetje ondergedoken. Dus dat kunnen we ook zien (aanmelding kan nog bij Jan Stoot).
Drie maal Miles Davis van Appie Drielsma in het Museum a/h Vrijthof. Miles Davis was een schitterende trompettist uit de bebop en de cooljazz. Ook al weer een tijdje overleden. (Foto: J. von Grumbkow). Klik om te vergroten.

vrijdag 19 oktober 2012

Middagclub, avondclub of combinatie (2)? Voorkom keuzestress

Eet u varkensvlees, bent u geïncarneerd, zit u liever in een Indiaas dan in een Chinees restaurant? Volg de pijltjes. U komt bij het geloof dat bij u past en u bent weer eventjes uit de problemen. Zo, dat lucht op. Nu nog even Marcus bellen. Klik om te vergroten.
Welke telefoonmaatschappij? Welke energiemaatschappij? Welk geloof gaan we een tijdje proberen? Wat voor club wordt Rotary Heerlen? Een middagclub, een avondclub of iets er tussenin? Voorkom keuzestress. Kiezen: je kan er niet vroeg genoeg mee beginnen. Enkele adviezen van een psycholoog in ruste: 
  1. Zoek opgewekt iets of iemand om de schuld te geven.
  2. Herhaal blijmoedig: "Ik ben vandaag weer de klos".
  3. Leer goedgemutst een gedupeerde te zijn.
  4. Ga geanimeerd klagen en jammeren. Dat lucht op.

De enquête is vandaag verzonden met slechts één vraag plus een weekje keuzestress. Denk opgewekt: "Wat ik ook kies, het pakt verkeerd uit!" 

donderdag 18 oktober 2012

Scapinoballet Romeo en Julia 28 november


Op 28 november in Theater Heerlen met speciale aanbieding voor de leden van Rotaryclub Heerlen en de zusterclubs in de regio, onder choreografie van onze Fellowshipcommissie. Scapino brengt een moderne variant met nieuwe muziek en choreografie over liefde en zelfvernietiging. Scapino's grootste publiekssucces, in 1995 gemaakt door choreograaf Ed Wubbe, met invloeden uit de urban- en hiphopcultuur. Met recensie-1,  recensie-2 en een kritische recensie-3 (klik). 

Middagclub, avondclub of combinatie (1)? Het blijft een gepuzzel

Op de Y-as staan de attendancepercentages. Op de X-as staan links de 25 bijeenkomsten die in de tweede helft van 2011 op de vrijdagmiddagen zijn gehouden.  Daarnaast staan er de 18 vrijdagmiddag- en de 20 woensdagavondbijeenkomsten die in 2012 (tot oktober) zijn gehouden. Helemaal rechts het totaal van die laatste periode. Klik om te vergroten.
Op 1 januari 2012 ging Rotaryclub Heerlen van een vrijdagmiddagclub naar een club die afwisselend vrijdagmiddag en woensdagavond bijeenkomt. We zaten in de overgang. Ja, de overgang dat is lastig, maar die overgangsperiode zou in juni geëvalueerd worden. Het is wat later geworden. Op zich niet zo slecht, want nu krijg je een beter beeld van de mate van aanwezigheid (attendance). Fred Frumau heeft het netjes in Excel bijgehouden. We zien een afname van de attendance. Komt dat door de verandering of komt dat door iets anders? Vooral die woensdagavond wordt niet goed bezocht. Dat was niet de bedoeling. Onze winstverdubbelaar laat het even afweten. Gisteravond (17 oktober 2012) zijn wat cijfers over tafel gegaan. Veel commentaar was er niet. Wat opvalt (maar dat staat niet in de figuur) is dat jongere leden iets vaker op de vrijdagmiddag aanwezig zijn dan op de woensdagavond. Hoe kan dat nu weer? Wie onderzoek doet, blijft puzzelen. 
Formule en redenering ontleend aan Rotary International om de clubattendance te verdubbelen, zodat 1 = 2. Vergelijkbaar met de winstverdubbelaar van Dexia. Deze redenering is nog niet toegepast op de bovenstaande gegevens. Pas ik de redenering toe op de gegevens van 2012 en niet op die van 2011, dan heeft het dit jaar storm gelopen in de club.

woensdag 17 oktober 2012

Morele dilemma's: links, rechts of de woestijn in?

Rechtsaf is morally right. Linksaf is legally right. Rechtdoor ga je de woestijn in. Wat te doen?
Vanavond (woensdag 17 oktober 2012) weer ethische dilemma's. Joost Smeets wisselt van gedachten met Dries Ausems. Gaan ze links af? Gaan ze rechtsaf? Of heeft Jan de Lang ze in zijn voorgesprek de weg rechtdoor gewezen, dus die eindeloze woestijn in, met hier en daar een dorre cactus en een verdwaalde schedel? Je weet nooit. Vanavond lopen we een stukje met de heren mee.

dinsdag 16 oktober 2012

Corisberg:
cadeautjes klaar zetten!


Jef Haagmans stuurde de Nieuwsbrief van de Corisberg door. De Corisberg in Heerlen is een kleinschalige woon- en werkgemeenschap. Mensen met een stoornis in hun ontwikkeling wonen en werken daar. Wie werkt op de Corisberg maakt deel uit van een boerenbedrijf: de handen uit de mouwen en vaak in de buitenlucht. Al enkele jaren maken de leden van Rotaryclub Heerlen Sinterklaasgeschenkjes voor de bewoners van de Corisberg. In het verleden heeft de Corisberg (klik) steun van de Frans Gijzels Stichting gekregen. De nieuwsbrief schrijft dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg het verscherpt toezicht heeft opgeheven (juli 2012). De Corisberg is trots dat het 1e halfjaar van 2012 is afgesloten met een positief financieel resultaat. De moeilijke periode is voorbij. Des te meer reden voor de Sint om cadeautjes klaar te zetten.

Project Ghana tegen kinderhandel

www.project-ghana.com 
Paul Brombacher stuurt ons informatie door over het project Ghana (klik) van de Rotaryclubs St. Vith en Koblenz-Mittelrhein dat inmiddels € 163.000 heeft opgebracht. Aanleiding voor dit project was een tv uitzending over kinderhandel rond het Voltameer in Ghana. Kinderen werden volgens een jaarlijks tarief van € 25,- verkocht om te vissen. 

Flagship stores (2):
wat voor wie?

Prada New York van architect Rem Koolhaas. Mode en luxe verbonden met Guggenheim (Foto ontleend prada.com)
Het vlaggenschip van de familie was een gezellige, dikke tante. Altijd modieus gekleed want haar lievelingswarenhuis was de Haagse Maison de Bonneterie: een modezaak in een rijksmonument waar je heerlijk gebakjes kon eten. Was zij een vlaggenschip in een Flagship store? Flagship stores zijn exclusief verbonden met een merk. Maison de Bonneterie was geen merk. Het Italiaanse modehuis Prada is dat wel. Prada staat gelijk aan weelderigheid, kwaliteit en status. Zo’n 13 jaar geleden nam Prada het Guggenheim museum in New York min of meer over. Guggenheim werd een deel van Prada met de beroemde Rotterdammer en multitalent Rem Koolhaas (zoon van schrijver Anton Koolhaas) als de nieuwe architect van de golvende vloeren. Voor New York betekende dat een verschuiving want het proces zette zich door. Mensen gingen niet alleen meer naar New York om cultuur te zien maar om op een bijzondere wijze te winkelen. Vervolgens kwam Tokio. Begin van dit jaar kwam Prada in Parijs met het 24h museum (klik). Je moet eens die digitale toer door dat museum (of is het winkel?) maken door hier te klikken.  
Prada Parijs: het 24h museum (Foto ontleend aan prada.com).
Flagship stores maken geen winst. Dat is niet hun functie. Ze tonen dat het merk dat ze vertegenwoordigen kosmopolitisch is. Wie Prada bezoekt hoort bij de “rich & famous”. Mijn oude tante verlangde daar bij te horen. In die tijd was er niet veel anders dan Maison de Bonneterie. Flagship stores moeten uitstraling hebben naar al die plekken waar het merk verkocht wordt. Moet een onderwijsinstituut, een zorginstelling of een bibliotheek ook die kant op gaan? Een centrale bibliotheek in een grote stad wel, omdat deze een eigen plaats heeft in een brede culturele beweging. In een middelgrote stad als Heerlen is het mijns inziens alleen mogelijk als de culturele zwaartepunten met elkaar verbonden zijn. Maar voor onderwijsinstituten en zorginstellingen? Ik zou zeggen: expertise & efficiency first!
Prada Tokio (Foto van prada.com )

maandag 15 oktober 2012

Flagship stores (1):
Ook voor onderwijs en zorg?

Hogeschool Zuyd: een van die prachtige open studeer- en overlegruimten voor studenten. Wat opvalt? Ze ogen duur en staan grotendeels leeg. Althans op de dag (vrijdag 2 oktober 2012) waarop de foto werd genomen (Foto: J. von Grumbkow). Klik om te vergroten.
Hoogopgeleiden en jongeren trekken weg als er geen cultuuraanbod is. Cultuur en economie staan met elkaar in verband. Vijftien jaar geleden kwamen begrippen op als de Creatieve stad, de Creatieve klasse, de Creatieve economie. Kunst en cultuur zijn een motor voor een stad. 
Ze zorgen voor de “City branding”. 
Zou een onderwijsinstituut of een zorginstelling ook die kant op gaan? Toen ik op de campus van Princeton en Harvard een kijkje nam, dacht ik nog van wel, maar dat zijn privé gefinancierde Ivy League-universiteiten. De bibliotheek van Princeton is geweldig. De campus van Harvard is enorm en doet tegelijk dorps aan. Zelfs voor de Verenigde Staten zijn deze universiteiten uitzonderlijk. Luxe is verslavend. Vrijdag 12 oktober 2012 was ik op Hogeschool Zuyd met tussen de middag even een uitstapje naar de Rotary waar Fred Geelen zijn verhaal bouwde rond het begrip Flagship store. Op Zuyd ervaar je het Flagship-storegevoel: jonge mensen in luxueuze bijna exclusieve ruimten. Dat kost een lieve cent. Dat gaat ten koste van... ja, ten koste van wat? Raadt u maar.
Bibliotheek Hogeschool Zuyd op vrijdagochtend 12 oktober 2012. Mooi, stil en... leeg. De plantenbakken, de leren barkrukken en luxueuze banken zijn op de foto niet te zien. Prachtig allemaal, maar Zuyd heeft ook andere bibliotheken. Die kunnen niet anders dan minder luxueus zijn (Foto: J. von Grumbkow).
In Groningen en Leiden waren in de jaren zestig en zeventig veel van de universitaire ruimten deplorabel. De stoelen waren hard. In de winters heb ik wat kou geleden. Maar de werkgroepen waren klein en de benadering individueel. Daar is nu minder geld voor. Dat is opgegaan aan universitaire Flagships. Misschien geleuter uit het bejaardenhuis, toen vroeger alles beter was en we Indië nog hadden, maar ik weet wel dat bijvoorbeeld de Open Universiteit veel geld stak in een prestigieus gebouw met onpraktische ruimten die sinds jaar en dag grotendeels leeg staan. De miljoenen zijn ten koste gegaan van onderwijs en onderzoek. Ik ken andere instituten voor hoger onderwijs die een te grote architectonische en financiële broek hebben aangetrokken, maar dit voorbeeld ligt dicht bij huis. En wat te denken van het vlaggenschip van Orbis Medischcentrum Sittard, dat topzwaar was, scheef in het water begon te hangen en bijna zonk, terwijl het windstil was? Prestige kost geld en gaat ten koste van iets anders.
Plasmaschermen in het bestuursgebouw van de Open universiteit waarvan de meeste ruimten leeg staan doordat ze zo'n mooi design kregen dat ze onpraktisch in het gebruik werden (Foto ontleend aan de OU-website

zondag 14 oktober 2012

Fred Geelen: Flagship store, Buurtsuper & Webshop
Parkstad Bibliotheken (6)

Fred Geelen met op de achtergrond Boek1boek (klik) een project voor basisscholen waarmee Schunck Bibliotheken de 1e prijs van de Wereldalfabetiseringsdag won (Foto: J. von Grumbkow). Klik om te vergroten.
Ga terug naar de jaren tachtig-negentig. Vergelijk de bibliotheek uit die jaren met de winkels uit diezelfde periode. Neem vervolgens de toekomstige winkels voor ogen. Wat zie je dan? Dat was een denkoefening van Fred Geelen, directielid Parkstad Bibliotheken (samen met zijn Kerkraadse collega van OB-Kerkrade), voor leden van de Rotaryclub Heerlen. Het was meteen een opstapje om de ontwikkelingen te schetsen: digitalisering, beeldcultuur, vergrijzing en multiculturaliteit. De bibliotheken uit de jaren tachtig blonken uit door een diffuus V&D-imago. Je kon er van alles vinden. Men wilde en kon alles voor iedereen doen en leveren. Digitalisering leidde tot meer differentiatie en ander soort dienstverlening, zoals bol.com (klik). De bibliotheek ging tegelijk de richting uit van een verblijfscafé.
In zijn Power Point werkte Fred Geelen de portfoliomatrix van de Boston Consulting Groep (BCG) af met vier scenario’s voor de bibliotheek van de toekomst: waaraan moet je vasthouden, wat desinvesteren, wat oogsten en waaraan verder bouwen? Een bibliotheek moet betekenis geven aan: Kunst & Cultuur, Educatie & Ontwikkeling, Ontmoeting & Debat. Fred Geelen ziet in Parkstad drie parallelle lijnen: 
1. Schunck als "Culture mall", een "Flagship store", begrippen (klik) uit de retail business. Door de digitalisering heb je iets fysieks nodig, een multidisciplinair cultuurbaken in de stad. Zo'n Flagship store of Culture Mall is niet landelijk. De functie is status en inspiratie. Een middelpunt van multiculturele instellingen. De stores exposeren bijzondere collecties of thema's. De primaire doelgroep bestaat uit jonge stedelingen en de (elitaire) cultuurgenieter. Bij dat laatste denk ik meteen aan de Rotary, maar bij die jonge stedeling raak ik het Rotaryspoor weer even bijster. Zij bieden lezingen, filosofiecursussen of cursussen over boek en film. Word je geraakt, boeit het je, bestel het dan via de Webshop.  
2. Webshop: deze is de landelijke bibliotheek.nl (klik) die vanuit rijksgelden wordt gefinancierd. Makkelijke toegang. De primaire doelgroep zijn onder meer de dynamische gezinnen. De concurrenten zijn Google, apps, amazon.com en bol.com. Hier zitten de nieuwe vormen van dienstverlening op basis van data-mining, eigen content en persoonlijk advies op basis van automatisch gegenereerde klantprofielen. Bij de "Buurtsupers" in de wijken staan nog wel boeken in de kast, maar eerst gaat men digitaal zoeken, want niemand gaat €5 in de parkeermeter stoppen om te ontdekken dat het boek er niet is.
3. Buurtsuper: tegelijk moet je de "Buurtsupers" opbouwen. Het spoor "Buurtsuper" staat voor maatwerkdiensten, dicht bij de specifieke doelgroepen, in principe in of via locaties van de doelgroepen zelf (onderwijs, welzijn, zorg, wonen). De buurtsuper is de vraaggestuurde tegenhanger van de Flagship store. De primaire doelgroep zijn starters, studenten, en gemoedelijke gepensioneerde gezelligheidszoekers. Bij die laatste groep kom ik terug op het goede spoor en krijg ik de Rotary weer voor ogen. Een deel van het advies gaat digitaal. Adviezen over romans staan hier (klik). De concurrenten voor de buurtsuper zijn het buurthuis, de klassieke boekhandel, de gemeenteloketten. Het gaat om brede toegang en sociaal-maatschappelijke participatie, waar het bij de Culture Mall (Schunck) gaat om cultuurparticipatie en citymarketing.
De combinatie van deze drie ontwikkelingen komen samen in speciale doelgroepen. Bijvoorbeeld bij basisscholen. Boek1boek (klik) is een initiatief van Schunck Bibliotheek Heerlen voor leerlingen van basisscholen die daarmee de 1e prijs won op Wereldalfabetiseringsdag-2011 (klik). Fred Geelen, die als MT-lid van Schunck verantwoordelijk is voor de culturele basisfuncties (muziekschool, educatie en bibilotheek), kreeg deze prijs uit handen van Marja van Bijsterveldt (CDA-minister van OCW), samen met € 8500,-.
Bij Fred Geelen met minister Marja van Bijsterveldt: Schunck Bibliotheek wint 1e prijs op Wereldalfabetiseringsdag 2011. (Foto: Ontleend aan de website van Schunck).
Ik volg met belangstelling het NWO-programma Begrijpelijke taal (klik). NWO staat voor Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Binnen het NWO-programma ging vorige maand (september 2012) een project van start naar de invloed van formuleringen in stemwijzers op het stemgedrag. Ongeveer de helft van de Nederlandse kiezers gebruikt vlak voor de verkiezingen Stemwijzer of Kieskompas. Deze webinstrumenten hebben invloed op de verkiezingsuitkomst. De wijze van formulering van dezelfde politieke statements  beïnvloedt of mensen al of niet eens zijn met deze statements. Vervolgens worden hun reacties op die statements gecombineerd en krijgen ze advies over hun politieke voorkeur. Formuleringen beïnvloeden gedrag. 
Dat burgers meer verantwoordelijk raken voor eigen welzijn is duidelijk, en ook duidelijk uit het verhaal van Fred Geelen, maar daarvoor moeten burgers over juiste en begrijpelijke informatie beschikken. De kans om juiste en begrijpelijke informatie te vinden wordt kleiner. De optimale combinatie van begrijpelijke tekst, beeld en geluid hangt af van kenmerken van de doelgroepen. Doelgroepen verschillen in opleidingsniveaus, arm en rijk, ziek en gezond. Deze verschillen komen terug in digitale geletterdheid. Om de kloof tussen de doelgroepen te verkleinen moet de digitale communicatie toegesneden zijn op de behoeften en vaardigheden van deze groepen. Hier ligt volgens mij een belangrijke taak voor bibliotheken, want veel bijstandsgerechtigden en ouderen kunnen slecht overweg met computers. Dat is lastig als je een baan zoekt of zelfstandig wil functioneren. Daarom is het zo aardig dat de gemeente Heerlen, het UWV-Werkbedrijf en Schunck-Bibliotheek dit jaar het project ‘Klik en tik’ lanceerden. Klik en tik (klik), hé... zou dit programma niet aardig zijn voor die laatste Rotarian die nog digibeet is? Vier jongeren van het jongerenloket maken digibeten wegwijs met computer en sociale media. Dit doen ze onder begeleiding van Schunck-medewerkers. Het programma is laagdrempelig en houdt rekening met een laag taalniveau. Zo doen deze jongeren zelf werkervaring op en helpen anderen (bijstandsgerechtigden, ouderen). Hoewel de tijd voor Fred Geelen te kort was om ook nog dit onderwerp aan te kaarten, liggen hier mooie taken die Parkstad Bibliotheken oppikken.
Fred Geelen, directielid Parkstad Bibliotheken, tijdens de Rotarybijeenkomst in Heerlen van 12 oktober 2012 met op de achtergrond een filmpje dat hij presenteerde.  (Foto: J. von Grumbkow). Klik om te vergroten.