zondag 13 januari 2013

Nieuwjaarswandeling 6 januari 2013

Uitnodigingskaart voor de nieuwjaarswandeling van Wil Pécasse, met een vrolijk fluitend vogeltje op een oude paal met het Rotaryembleem, en een koek-en-zopie-tent halverwege de wandeling. Deze tent bleek mobiel en gevuld met de drankkast van de Alphons en Toos Spijkers, die zelf niet meeliepen want ze waren aan het bridgen. De wandeling ging zoals gebruikelijk in een rondje en anders dan vorige jaren waren er geen honden bij, maar dat kon Wil Pécasse toen hij achter zijn schildersezel kroop niet weten. (Klik om de creatieve uiting te vergroten.) 
De Fellowshipcommissie hield de jaarlijkse nieuwjaarsontmoeting met een wandeling die uitgezet was door Alphons Spijkers en begon vanuit het Bölschercafé met een bridgedrive die geleid werd door Fred Frumau. Eerst de onvermijdelijke vlaai en aan het eind de traditionele erwtensoep.


Voor de wandeling stapte Steph Vaessen in Weustenrade een van de mooiste devotiekapelletjes van Limburg binnen. Ik zag dat het kapelletje gewijd was aan 'Onze lieve vrouw onbevlekt ontvangen'. Steph Vaessen brandde een klein kaarsje op de goede afloop van de wandeling. Dat was nodig want op de vorige wandeling was Dries Ausems lelijk in de modder terecht gekomen en bevlekt thuis gekomen. Het kaarsje kostte 30 cent. Dat geld kon nauwelijks in het volle bakje, maar Stephs voorzorgsmaatregel moet geholpen hebben, want iedereen, inclusief Dries Ausems, kwam onbevlekt terug in het Bölschercafé. (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten.)


Het Bölschercafé is in een pand uit de 18e eeuw gevestigd. Het is een oude herberg, een typisch Limburgs dorpscafé en heeft plaatselijk enige bekendheid als uitvalsbasis voor wandelingen, fietstochten, en nu ook bridgedrives. Er liggen nog een paar restjes bruinbrood met katenspek op de tafel van de bridgers. De glazen bier en wijn moeten weer worden bijgevuld. Op de achtergrond legt Fred Frumau aan een aandachtig luisterende voorzitter Henk Goei Thè nog eens de spelregels van het edele brigdespel uit. (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten.)


Op 6 januari bleek de lente begonnen. Het was 10 graden. Iedereen hield droge voeten en nam zelfs even de tijd om voor de fotograaf te poseren. In het midden de fysiotherapeutische ondersteuning (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten).



Jan van den Goorbergh (met pet stevig op hoofd gedrukt), Gerard Haack  (bescheiden op de achtergrond), Dries Ausems (in het wit gestoken om de gladde modderpaden te tarten) en Paul Franken (nieuwsgierig naar de fotograaf kijkend, vanachter de brede rug van Dries Ausems). (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten).


De caféhouder van het Bölschercafé schept uit de dampende ketel voor ieder een kop dikke erwtensoep met daarbij bruinbrood en katenspek. Een traditioneel Nederlands gerecht dat je ook wel in het buitenland kan krijgen, maar hier de naam snert heeft. Het zou op de werelderfgoedlijst van Nederlandse tradities moeten staan. Het is eigenlijk dikke pap, want het kan zo sterk gebonden zijn door de groenten en de spliterwten, dat je het geen soep meer kan noemen. Maar gelukkig bleef in deze snert mijn lepel niet rechtop staan en bleek het inderdaad soep te zijn. Het is mij niet bekend waar het woord snert vandaan komt. Men zegt dat het van 'snerten' komt, hetgeen winden laten of gepruttel betekent, maar daar konden we in het Bölschercafè weinig van merken. Dus het moet een apocrief verhaal zijn of er ontbrak een essentieel bacterieel ingrediënt in de soep. (Foto J. von Grumbkow; klik om te vergroten.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten