Sociale media (3):
lokaal een beetje vlooien
Jonge Rotarian probeert het moderne vlooien uit (Ontleend aan: funny-pics.cotagsfunny-animal-picture) |
Elke jonge aap zit met een tablet of laptop op college. Dat zag ik afgelopen maandag 24 september 2012 toen ik op een hogeschool aan het werk was. Ze maken er aantekeningen op. Niet op papier. Ik ben een ouwe aap: ik ga niet slepen met een tablet, maar soms wel met een phablet (klik), een Galaxy note die ik mag lenen van de vrouw die mij goed gezind is. Smartphones bepotelen is het nieuwe vlooien. Als apen elkaar vlooien dan communiceren ze. De kans om een vlo te vinden is klein. Vlooien dient voor de sociale cohesie en om wat van elkaar gedaan te krijgen. De mindere vlooit de meerdere: vlooien versterkt de hiërarchie.
Er zijn meer dan 1,5 miljard gebruikers van sociale netwerksites. De meesten bedienen zich van twee sites: Twitter en Facebook, maar ik vraag me af hoe lang ze het volhouden want ze hebben nog steeds geen verdienmodel. De groei van smartphones versnelt het gebruik van sociale media. Mensen met mobiel internet zijn frequente en intensieve vlooiers van het sociale web. Linkedin is een netwerksite die meer zakelijk dan sociaal is. LinkedIn (klik) heeft 175 miljoen geregistreerden die hun werkcontacten en die van anderen proberen te benutten. Net als apen hopen LinkedIn-gebruikers wat te bereiken. Alpha-apen hebben grote netwerken. Op hen wordt naar verhouding het meest gereageerd.
Hoe bewegen Rotarians zich in de jungle van de sociale media? De cijfers (klik, maar het duurt even want de Landelijke Rotarytoegang is traag...) leren dat 7 % van de leden een sociaal mediaprofiel zou hebben. Dat is dus driemaal niks. Er moet groei zijn want vandaag zag ik op de besloten groep van LinkedIn (klik) dat de apenkolonie zich bijna dagelijks vermenigvuldigt: 4374 Rotarians zitten op LinkedIn maar ze vlooien nauwelijks. Wat mededelingen en wat praktische vragen, dat is het. Mobiliseren van eigen leden via sociale media zie ik niet gebeuren. Ook niet dat ze per ongeluk tot een chaotisch volksfeest oproepen zoals in Haren, mede omdat Rotary-LinkedIn een besloten groep is en Rotary geen F-side heeft. De oriëntatie van de meeste Rotarians is plaatselijk. Het hart van Rotary blijft mijns inziens de lokale interactie en is niet landelijk. Plaatselijk liggen de (niet-virtuele) sociale netwerken, daar wordt aandachtig gevlooid om onderlinge banden te versterken en dingen gedaan te krijgen.
Hoe bewegen Rotarians zich in de jungle van de sociale media? De cijfers (klik, maar het duurt even want de Landelijke Rotarytoegang is traag...) leren dat 7 % van de leden een sociaal mediaprofiel zou hebben. Dat is dus driemaal niks. Er moet groei zijn want vandaag zag ik op de besloten groep van LinkedIn (klik) dat de apenkolonie zich bijna dagelijks vermenigvuldigt: 4374 Rotarians zitten op LinkedIn maar ze vlooien nauwelijks. Wat mededelingen en wat praktische vragen, dat is het. Mobiliseren van eigen leden via sociale media zie ik niet gebeuren. Ook niet dat ze per ongeluk tot een chaotisch volksfeest oproepen zoals in Haren, mede omdat Rotary-LinkedIn een besloten groep is en Rotary geen F-side heeft. De oriëntatie van de meeste Rotarians is plaatselijk. Het hart van Rotary blijft mijns inziens de lokale interactie en is niet landelijk. Plaatselijk liggen de (niet-virtuele) sociale netwerken, daar wordt aandachtig gevlooid om onderlinge banden te versterken en dingen gedaan te krijgen.
Ouwe aap geeft les aan enkele jonge leden van de plaatselijke Rotaryclub (Ontleend aan: dilkihansi.blogspot.nl2012_05_01_archive.html) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten