zaterdag 23 maart 2013

Kerkje van Wahlwiller (3): de kruisweg van Aad de Haas

Klik om te vergroten
Of Aad de Haas (1920-1972) ooit tot rust is gekomen, zoals het artikel schrijft, lijkt mij weinig geloofwaardig, want hoewel hij de publiciteit schuwde, bleef Aad de Haas een publiek figuur die nooit het stigma en de commotie van Wahlwiller kwijt raakte. Hij bleef een eenzame maar maatschappelijk betrokken figuur. Een kleine groep mensen hield deze kunstenaar en zijn gezin overeind. Hij betaalde de dokter en schuldeisers met schilderijen. Hij was een Rotterdammer die tijdens de oorlog onderdook in Limburg en uit noodzaak daar bleef. Ik denk: een Limburger tegen wil en dank. Volgens zijn kinderen was hij gelukkig als hij Rotterdam bezocht. Of hij het geluk en de rust heeft gevonden in Schaesberg betwijfel ik.  
Karakteristiek schilderij uit de eerste periode van Aad de Haas. In zijn latere jaren ging Aad de Haas anders schilderen: meer figuratief-expressionistisch. In de oorlog werd zijn werk als ontaard ('entartet') bestempeld. De kunstenaar moest de gevangenis in. Door zijn religieuze opvoeding en levensovertuiging bleef zijn werk een religieuze achtergrond houden. Dit religieuze gaf tegelijk problemen met de kerk. Dat kwam door zijn manier van schilderen. Het religieuze heeft waarschijnlijk ook een bredere erkenning belemmerd, want hij staat niet in de canon van de Nederlandse Beeldende Kunst (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten).
Aad de Haas (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten).
Aad de Haas' "Magnificat", een schilderij dat zich bevindt in het Limburgs Museum te Venlo. Aad de Haas maakte dit schilderij in 1948 op Kasteel Neubourg in Gulpen waar hij zijn atelier had. Hij signeerde het schilderij linksonder met zijn beeldmerk: een vluchtend haasje. Het schilderij raakte in het atelier beschadigd toen Aad de Haas op een rat schoot en de kogel dwars door het werk ging. Het gat werd gerepareerd. Net zoals bij de kruiswegstaties zijn de zachte kleuren in lagen over elkaar heen geschilderd. Aad de Haas ontwikkelt deze wat liefelijke stijl in zijn eerste jaren, als was hij een illustrator van jeugdboeken uit de jaren vijftig. (Foto ontleend aan www.limburgsmuseum.nl.)
De figuren in de kruiswegstaties zijn goed te herkennen in zijn eerste schilderijen. Die figuurtjes op de kruiswegstaties zijn net zo vervreemdend als de figuurtjes op de paarse schilderijen. Ze hebben onmenselijke hoofden. Ze hebben soms iets angstaanjagends. 
Muurschildering van Aad de Haas in het kerkje van Wahlwiller, voorstellend de heilige Franciscus. Ik weet niet wat de reden is dat Aad de Haas op de muur juist Franciscus schilderde. Hij heeft maar twee heiligen op de muren van het kerkje aangebracht. Franciscus schijnt het voorbeeld te zijn van nederigheid met veel aandacht voor de armen. De nieuwe paus heeft gekozen voor de naam van Franciscus. Toen hij nog in Latijns-Amerika woonde maakte de nieuwe paus gebruik van openbaar vervoer en kookte zijn eigen potje. Aldus het verhaal in de media. Hij is ook een jezuïet. Ik weet niet beter dan dat jezuïeten van oudsher de reputatie hebben om gehoorzaamheid zo te praktiseren dat hun geloofsijver hen in conflict bracht met allerlei stromingen en ideeën. Volgens Van Dale betekent een jezuïetenmoraal een zedenleer of moraal met dubbelzinnige formuleringen en vol spitsvondigheden. Figuurlijk is een jezuïet iemand met geheime bedoelingen, een intrigant. Men spreekt ook wel van een jezuïetenstreek. Hoe zou Aad de Haas zo'n naamsverandering in de tijd dat hij in conflict was met de kerk hebben bezien? Als een jezuïetenstreek? Ik denk het niet: erg polemisch was Aad de Haas niet (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten).
Gids Ruud Direcks in afwachting (17 maart 2013) van de overige leden van de Rotaryclub Heerlen. Links boven is nog net het onderste deel te zien van de muurschildering van de heilige Franciscus, de naam van de nieuwe paus. Op de achtergrond het altaar (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten).
Voor zijn schilderingen in de kerk van Wahlwiller maakte De Haas nooit ontwerpen of voorstudies. Hij bepaalde ter plaatse de kleuren. Hij liet zich leiden door zijn stemming van de dag. Hij mengde rose en violet of rood met wit. Het is allemaal met de tamponkwast geschilderd. Het tamponeerwerk doet ijle wolken van in elkaar opgaande kleuren ontstaan. Tamponneerkwasten zijn ronde, stugge penselen met stompe punten die worden gebruikt om te stippelen of sjabloneren. Tamponeren is natte verf met de kwast bekloppen: vooral voor het verkrijgen van speciale effecten, waarbij je met meerdere kleuren in een wisselende dekking van de verf werkt. Daardoor ontstaan die karakteristieke wolkjes van in elkaar opgaande kleuren.
De eerste statie is het verraad van Judas. Links staat Judas. Deze eerste statie zou niet geaccepteerd zijn door de kerk. Op de site (klik hier) van het kerkbestuur van Wahlwiller staat dit: 'Aad de Haas, die in de oorlog bij het verzet was, heeft verraad meegemaakt zodat hij zei: "Als je door een van je vrienden verraden en overgeleverd wordt, raakt je dit recht in je hart". Dus hier begint het lijden van Jezus. Er gebeurt iets onrechtvaardigs, daarom laten de bomen de kruin hangen. Om het kwade in Judas weer te geven, wordt hij geschilderd met een dierenhoofd. Aad de Haas schilderde immers het gevoelde lichaam, niet het lichaam dat men ziet. Jezus staat rechtop. Hij is degene zonder zonden.' (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten).

Jezus begint aan zijn lijdensweg. Links heeft een vrouw een paraplu. Op meerdere staties staat een hondje afgebeeld als symbool van trouw. (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten). 
Zijn schilderijen, tekeningen en litho's waren vrijwel zonder uitzondering mikpunt van kritiek. Hijzelf en zijn vrijheid werden er sterk door belemmerd. Voor de kruiswegstatie van het kerkje schilderde Aad de Haas twee staties meer. De extra staties zijn de eerste statie (het verraad van Judas) en de laatste is de opstanding. 

Aflegging van het kruis. Zijn bijzondere manier van uitbeelden zorgde voor veel kritiek van de dorpelingen zelf. De bevolking die bestond uit boeren, arbeiders en mijnwerkers was geshockeerd. Conservatieve critici droegen in grote mate bij tot het ontstaan van een rel die verder ging dan het kerkdorpje en landelijke proporties kreeg. 'De Haas schildert scheve koppen. Het is verwrongen, verwerpelijk en afgrijselijk' (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten).
Zijn kruisweg was van 1946. Door de journalist Albert Kuyle werd deze als ontaarde kunst bestempeld, zonder dat woord te gebruiken. Maar de associatie is duidelijk: 'entartet'. Hij zei dat het geschilder van Aad de Haas niet toelaatbaar was. Albert Kuyle baseerde zich op zwart-wit foto's. Bisschop Lemmens liet de kruisweg van Aad de Haas in 1949 uit de kerk verwijderen. Verschillende critici van Aad de Haas hadden in de oorlog partij gekozen voor de Nationaal-Socialisten en veroorzaakten na de oorlog een enorme hetze tegen Aad de Haas.
Met een doek het zweet afdeppen. In die periode liet Aad de Haas flink wat zweetdruppeltjes. Maar de man ging door. Hij werkte dag en nacht. Tot zijn dood in 1972. Hij kon niet anders. De pastoor van Wahlwiller weifelde, wilde uiteindelijk van het geschilder af en liet achter de rug van de schilder om een enquête onder de parochianen houden. De Haas was woedend. Hij smaalde: 'Komen er nu ook enquêtes over Gregoriaanse muziek om die te vervangen door operamuziek en om de miswijn te vervangen door een likeurtje?' De koppen die hij schilderde moesten blijven. Ze mochten alles van hem afpakken, behalve zijn vrouw en zijn werk. Hij was een dwarse figuur. Zijn vader dwong hem om na zijn Mulo-diploma bij de gemeente Rotterdam te gaan werken. Na drie weken werd hij ontslagen, omdat hij een stoel op het hoofd van zijn chef liet neerdalen. Toen mocht hij naar de kunstacademie, waar hij zijn vrouw ontmoette die zijn muze werd en zich voor hem opofferde (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten).
Hoewel de plaatselijke bevolking en die van Limburg even geshockeerd waren, wordt het ontstaan van een rel toegeschreven aan Albert Kuyle. De gids Ruud Direcks ging even in op de figuur Albert Kuyle. Deze was voor en in de oorlog lid van nationaal-socialistische groeperingen en was een vereerder van Hitler. Na de oorlog werd hij veroordeeld. Dat nam niet weg dat hij onder pseudoniem bleef publiceren in bijvoorbeeld het Limburgs Dagblad en De Linie. Zelf had hij de afbeeldingen in de kerk nooit bekeken, maar vond ze onnozel, onmachtig, hinderlijk en ontoelaatbaar. Hij insinueerde het aartsbisdom dat de kerk deze kunst moest verbieden. 
Ophanging aan het kruis (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten).
'Verbieden', dat was in de oorlog door de bezetter al gebeurd. Het werk van Aad de Haas werd door Albert Kuyle in strijd genoemd met alle bestaande en denkbare kerkelijke bepalingen. Het verzet was echter breder. De Haas' 'gedoezel' leidde kort na de oorlog dus opnieuw tot een veroordeling wegens ontaarde kunst, maar nu was deze veroordeling niet door de nazi's maar door de roomse kerk, aangezet of ondersteund door kunstcritici als Albert Kuyle, door veel gelezen bladen als het Limburgs Dagblad en De Linie, maar ook door velen uit de parochie en uit het Limburgse volksdeel.
De bevlogen gids Ruud Direcks op 17 maart 2013 tijdens de rondleiding van Rotaryclub Heerlen in het kerkje van Wahlwiller met achter hem twee kruiswegstaties van Aad de Haas. Ruud Direcks vertelde dat Aad de Haas een boekje met meditaties over het lijden van Jezus had geïllustreerd met linosnedes. Albert Kuyle schreef in de krant dat de kerk dit boekje moest verbieden. De kerk stuurde het boekje naar het Vaticaan, waar toentertijd kardinaal Ottaviani de scepter zwaaide. Kennelijk werden de stukken van Albert Kuyle door het Vaticaan bijgehouden en hadden invloed. (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten). 
In de encycliek Mediator Dei werden door de paus werken als die van De Haas 'misvormingen en verkrachtingen van de gezonde kunst' genoemd, 'menigmaal flagrant in strijd met de christelijke betamelijkheid, zedigheid en vroomheid', zo heb ik van Google geplukt. Na de oorlog werd Albert Kuyle voor zijn pro-Duitse en antisemitische publicaties uit de oorlog ter verantwoording geroepen. Hij bleef onder pseudoniem doorschrijven. In 1950 kreeg hij één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De ontzetting van rechten werd bepaald op tien jaar. Bepaalde bladen bleven hem de ruimte geven om te publiceren. 
Het kruis valt over Jezus heen. Aad de Haas schilderde zijn leven. Leven en werk vielen bij hem samen. Zijn kruiswegstaties waren in bepaalde opzichten zijn eigen kruiswegen: verraad, lijden en een triomfantelijke herleving, dit laatste helaas na zijn vroege dood in 1972. (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten). 
Aad de Haas stierf jong (51 jaar), arm en ik denk ook wel miskend. Zijn vrouw en kinderen hebben na zijn overlijden nog een tijdje in een verlaten schoolgebouw in Schaesberg gehuisd. In het Raadhuis van Landgraaf hangen kruiswegstaties van hem. Die werden op het nippertje gered toen de kapel van het Sint-Jozefziekenhuis aan de Putgraaf in Heerlen onder de slopershamer ging. Ze werden er tamelijk ruw uitgehakt. Nu hangen ze verweesd in het raadhuis van Landgraaf. 
Het kerkje van Wahlwiller (Foto: J. von Grumbkow; klik om te vergroten). 
Volgens mij is Aad de Haas ook miskend, want in de Canon van de Nederlandse Beeldende Kunst is hij niet opgenomen (maart 2013), mogelijk omdat veel van zijn werk te religieus was of een religieuze ondergrond had, terwijl een belangrijk deel van de katholieke kerk hem, ondanks die religiositeit, in die beginjaren van zijn loopbaan verguisde. Aad de Haas bleef gebukt onder de gevolgen van deze hetze en ook onder het besef dat een kunstenaar die zich verzet, enkele jaren na de oorlog straffeloos vervolgd kan worden door anderen die collaboreerden. Een kunstenaar moet vrij zijn en vrij kunnen zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten